Dit project wordt geleid door twee opdrachtgevers. Monique te Selle is strategisch adviseur bij de Gemeente Delft. Ook is zij programmamanager bij de opzet van het project Smart Makers Delft. Dit project zit nog in de opzetfase, daarbij heeft mevrouw te Selle technasium leerlingen uit V5 om hulp gevraagd. Anne Kool werkt als trainee bij de Gemeente Delft, op de afdeling strategie en samenleving.
Delft is een technische stad. Deze technische leer- en werkomgeving is op dit moment echter vooral gefocust op de hogeschool en de universiteit. Voor praktisch opgeleiden zijn er minder mogelijkheden. Het is voor leerlingen van het vmbo daarom minder aantrekkelijk om door te stromen naar de technische bedrijfswereld. De Gemeente Delft heeft daarom het idee bedacht om, dicht bij de campus in het gebied Schieoevers Delft, een smart makers district te gaan bouwen. Smart Makers Delft moet er voor zorgen dat Delft een nog technischer geheel wordt en er een plek ontstaat waar leerlingen van het vmbo en het mbo samenkomen en kunnen samenwerken met studenten van de hogeschool, de universiteit en uiteindelijk ook met mensen uit het bedrijfsleven.
Anne Kool en Monique te Selle van de Gemeente Delft zijn daarom benieuwd naar hoe scholieren en studenten uit de betreffende leeftijdscategorie hier invulling aan zouden geven. Aan de leerlingen van het CLD is het de taak om hierin mee te denken en hun ideeën tot een ontwerp te maken.
Een makerspace is een werkplek waar geleerd, gemaakt, ontdekt en samengewerkt kan worden. Er zijn verschillende technische machines aanwezig, zoals 3D-printers, lasersnijders, soldeerbouten en zelfs naaimachines. (Makerspaces.com, 2017) In Nederland zijn er verschillende makerspaces, in Delft is er bijvoorbeeld een makerspace van de TU en ook in Dordrecht is er één (zie het stuk hieronder). In een makerspace kunnen mensen bij elkaar komen die nog op school zitten, maar ook mensen die al in het bedrijfsleven werken. De makerspaces zijn plekken waar mensen met dezelfde interesses kunnen samenwerken en nieuwe ideeën kunnen bedenken. Er worden ook lezingen, workshops en presentaties gegeven, dit zorgt ervoor dat de kennis vergroot wordt en dat is ook een groot onderdeel van een makerspace. (Makerspace Leiden, 2021)
Voor dit project is er tijdens de oriëntatie, als inspiratiebron gekeken naar een al bestaande werkplaats voor middelbare scholieren. Deze werkplaats wordt ook wel de HOT-Ruimte (handvaardigheid, O&O en techniek-ruimte) genoemd en bevindt zich in het gebouw van het Christelijk Lyceum Delft.
De (voorlopig) aangewezen locatie van de Makerspace is op dit moment de Caravanhandel Duijndam aan de Rotterdamseweg. Dit ligt in Bedrijventerrein Rotterdamseweg-Noord naast de TU-campus. Rondom de locatie zijn er verschillende bedrijven en onderwijsgebouwen aanwezig. In april 2021 zijn dit onder andere: de Haagse Hogeschool Delft, de Hogeschool InHolland Delft, de Technische Universiteit Delft, Deltares en verschillende locaties van TNO. Dit betekent dat de aangewezen locatie goed bereikbaar is voor hbo- en wo-studenten in Delft en werknemers in de technische sector. In de figuur hieronder is te zien welke bedrijven en onderwijsgebouwen nabij de huidige caravanhandel zijn.
Hier is een diagram te zien met de antwoorden op de vraag “Vind je het fijner om in een open of gesloten ruimte instructie te krijgen?” Ongeveer 47% geeft een voorkeur aan een gesloten ruimte, 26,5% heeft geen voorkeur en 26,5% geeft een voorkeur aan een open ruimte voor instructie.
De meerderheid van de personen die de enquête heeft beantwoord vindt het belangrijk om in een open praktijkruimte te werken. Een kwart werkt liever in een gesloten ruimte. 22% heeft geen voorkeur.
Bij de vraag ”Wat vind jij een fijne tafelindeling in een instructielokaal? (1 is beste, 4 is slechtste),” moesten vier verschillende tafelindelingen worden gerangschikt van 1 tot 4. Hierbij was 1 de beste opstelling voor instructie en 4 de slechtste opstelling tijdens instructie. De U-vorm indeling is het meest geliefd met een gemiddelde plek van 2,2. Hierna vindt men de eilanden indeling en de klaslokalen opstelling fijn. Die kregen een plek van 2,3 en 2,4 gemiddeld toegewezen. De cirkelopstelling werd gemiddeld op plek 3,1 gezet.
Eilanden zijn het hoogst gerangschikt voor de beste tafelindeling in een praktijkruimte. Gemiddeld werd de eilanden indeling neergezet op 1,5. De klaslokalen opstelling en de U-vorm indeling hebben beide een plek van 2,5. Net als bij de instructieruimte is de cirkel het laagst neergezet, op een plek van gemiddeld 3,5.